Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Finalist:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Finalist (Duits) in het Nederlands

Finalist:

Finalist [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Finalist
    de finalist
    • finalist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Finalist (Endkampf; Finale; Endspiel; Endrunde; Endlauf)
    de eindstrijd; de finale
    • eindstrijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • finale [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Finalist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eindstrijd Endkampf; Endlauf; Endrunde; Endspiel; Finale; Finalist
finale Endkampf; Endlauf; Endrunde; Endspiel; Finale; Finalist Ablauf; Ausklang; Auslauf; Beschluß; Endkampf; Endlauf; Endpunkt; Schlußstück; Schlußteil
finalist Finalist

Synoniemen voor "Finalist":

  • Endrundenteilnehmer; Finalteilnehmer

Wiktionary: Finalist

Finalist
noun
  1. deelnemer aan slotwedstrijd