Duits

Uitgebreide vertaling voor Frager (Duits) in het Nederlands

Frager:

Frager [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Frager (Schacherer)
    de bietser
    • bietser [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Frager (Fragensteller; Interpellant)
    de vragensteller; de vrager; de vraagsteller; de interpellant
  3. der Frager (Pfennigfuchser; Knauser; Schacherer)
    de sjacheraar; louche handelaar

Vertaal Matrix voor Frager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bietser Frager; Schacherer
interpellant Fragensteller; Frager; Interpellant Fragesteller
louche handelaar Frager; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer
sjacheraar Frager; Knauser; Pfennigfuchser; Schacherer
vraagsteller Fragensteller; Frager; Interpellant
vragensteller Fragensteller; Frager; Interpellant
vrager Fragensteller; Frager; Interpellant Bittsteller; Ersucher

Computer vertaling door derden: