Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Fußtritt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fußtritt (Duits) in het Nederlands

Fußtritt:

Fußtritt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fußtritt (Treppe; Eingangstreppe; Sprosse; )
    de trap
    – schuin bouwsel met treden waarlangs je naar boven of beneden kunt 1
    • trap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij gaat via de trap naar boven1
    het trapje
    • trapje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Fußtritt (Stoß)
    de voetbeweging; de schop
    • voetbeweging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • schop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    de trap
    – harde stoot met je voet 1
    • trap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • hij gaf een trap tegen de bal1

Vertaal Matrix voor Fußtritt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schop Fußtritt; Stoß Spaten
trap Abschnitt; Abtritt; Aufgang; Eingangstreppe; Fußtritt; Sprosse; Stoß; Treppe Aufgang; Trap; Treppenlauf
trapje Abschnitt; Abtritt; Aufgang; Eingangstreppe; Fußtritt; Sprosse; Treppe
voetbeweging Fußtritt; Stoß

Wiktionary: Fußtritt

Fußtritt
noun
  1. der Tritt einer Person, um diese zu demütigen oder zu züchtigen
Fußtritt
noun
  1. een trap met de voet