Gesamtzahl in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Gesamtzahl:
- totaalbedrag; volledige bedrag; complete som; conclusie; gevolgtrekking; slotsom; eindsom

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gesamtzahl (Duits) in het Nederlands

die Gesamtzahl (Gesamtbetrag; Gesamtbeträge; Hauptsumme)
het totaalbedrag; volledige bedrag; complete som
- totaalbedrag [het ~] zelfstandig naamwoord
- volledige bedrag [znw.] zelfstandig naamwoord
- complete som [znw.] zelfstandig naamwoord
die Gesamtzahl (Endergebnis; Konklusion; Resultat; Ergebnis; Schluß; Folgerung; Gesamtergebnis)
de conclusie; de gevolgtrekking; de slotsom; eindsom
- conclusie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gevolgtrekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slotsom [de ~] zelfstandig naamwoord
- eindsom [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
complete som	Gesamtbetrag; Gesamtbeträge; Gesamtzahl; Hauptsumme
conclusie	Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung
eindsom	Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß
gevolgtrekking	Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß
slotsom	Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß
totaalbedrag	Gesamtbetrag; Gesamtbeträge; Gesamtzahl; Hauptsumme
volledige bedrag	Gesamtbetrag; Gesamtbeträge; Gesamtzahl; Hauptsumme