Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gezwitscher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gezwitscher (Duits) in het Nederlands

Gezwitscher:

Gezwitscher [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gezwitscher (Zwitschern; Trillern)
    het gekwetter; het getjilp
  2. Gezwitscher (Vogelgezwitscher)
    het vogelgekwetter; het gekwetter; het geschetter

Vertaal Matrix voor Gezwitscher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gekwetter Gezwitscher; Trillern; Vogelgezwitscher; Zwitschern
geschetter Gezwitscher; Vogelgezwitscher Geschmetter; Hörnerschall; Schall; Schmettern; Trompetengeschmetter
getjilp Gezwitscher; Trillern; Zwitschern Gepfeife; Gepiepe; Getschilp
vogelgekwetter Gezwitscher; Vogelgezwitscher

Wiktionary: Gezwitscher


Cross Translation:
FromToVia
Gezwitscher gesjilp; getjilp gazouillementaction de gazouiller.