Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gittertür:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gittertür (Duits) in het Nederlands

Gittertür:

Gittertür [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gittertür (Umgitterung; Bucht; Umzäunung; )
    de afschutting
  2. die Gittertür (Gitterzaun; Gitter; Gitterzäune)
    het traliehek; de traliedeur

Vertaal Matrix voor Gittertür:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschutting Balustrade; Bucht; Einzäunung; Gittertür; Gitterumzäunung; Gitterzäune; Umgitterung; Umzäunung; Vergitterung
traliedeur Gitter; Gittertür; Gitterzaun; Gitterzäune
traliehek Gitter; Gittertür; Gitterzaun; Gitterzäune

Computer vertaling door derden: