Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Glücksspiel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Glücksspiel (Duits) in het Nederlands

Glücksspiel:

Glücksspiel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Glücksspiel (Spiel; Spielchen)
    het spel
    • spel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Glücksspiel
    het kansspel; het gokspel; het geluksspel
  3. Glücksspiel
    gegok
    • gegok [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. Glücksspiel
    het kansspel
    • kansspel [het ~] zelfstandig naamwoord

Glücksspiel

  1. Glücksspiel

Vertaal Matrix voor Glücksspiel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gegok Glücksspiel
geluksspel Glücksspiel
gokspel Glücksspiel
kansspel Glücksspiel
spel Glücksspiel; Spiel; Spielchen Computerspiel; Spiel; Videospiel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gambling Glücksspiel

Synoniemen voor "Glücksspiel":


Wiktionary: Glücksspiel


Cross Translation:
FromToVia
Glücksspiel gok gamble — a risk undertaken with a potential gain
Glücksspiel waagstuk; gok gamble — a risky venture