Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Greis:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Greis (Duits) in het Nederlands

Greis:

Greis [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Greis
    de grijsaard; de grijskop
    • grijsaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grijskop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Greis (Alter; Greisin)
    bejaardheid; ouder dan 65 jaar zijn

Vertaal Matrix voor Greis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bejaardheid Alter; Greis; Greisin
grijsaard Greis
grijskop Greis
ouder dan 65 jaar zijn Alter; Greis; Greisin

Wiktionary: Greis

Greis
noun
  1. oude man

Cross Translation:
FromToVia
Greis oude geezer — an old person
Greis bejaarde; oude man vieillardhomme d’un âge avancé.