Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Grimm (Duits) in het Nederlands

Grimm:

Grimm [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Grimm (Bösartigkeit; Wut; Zorn)
    de kwaadaardigheid; de slechtheid; de kwaadwilligheid; de boosaardigheid; de gemeenheid
  2. der Grimm (Zorn; Wut; Erbitterung)
    de verbolgenheid

Vertaal Matrix voor Grimm:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boosaardigheid Bösartigkeit; Grimm; Wut; Zorn
gemeenheid Bösartigkeit; Grimm; Wut; Zorn Gaunerstreich; Gemeinheit; Hinterlistigkeit; Niederträchtigkeit; Niedrtracht; Schurkenstreich; Schurkerei; Schweinerei
kwaadaardigheid Bösartigkeit; Grimm; Wut; Zorn
kwaadwilligheid Bösartigkeit; Grimm; Wut; Zorn
slechtheid Bösartigkeit; Grimm; Wut; Zorn Niederträchtigkeit; Niedrtracht; Schlechtigkeit; Verderbtheit
verbolgenheid Erbitterung; Grimm; Wut; Zorn

Wiktionary: Grimm


Cross Translation:
FromToVia
Grimm woede; boosheid anger — A strong feeling of displeasure, hostility or antagonism towards someone or something
Grimm woede; razernij fureurégarement d’esprit qui tenir de la rage et de la frénésie.

Computer vertaling door derden: