Hagerkeit in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Hagerkeit:
- ijlheid; dunheid; magerheid; magerte; dun zijn; schraalheid; knokigheid

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hagerkeit (Duits) in het Nederlands

die Hagerkeit (Dünne)
de ijlheid; de dunheid
- ijlheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dunheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Hagerkeit (Magerkeit; Dünne)
de magerheid; de magerte; dun zijn
- magerheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- magerte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- dun zijn [znw.] zelfstandig naamwoord
die Hagerkeit (Kargheit; Dürftigkeit; Magerkeit; Ärmlichkeit)
de magerte; de magerheid; de schraalheid
- magerte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- magerheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- schraalheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Hagerkeit
knokigheid
- knokigheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dun zijn	Dünne; Hagerkeit; Magerkeit
dunheid	Dünne; Hagerkeit
ijlheid	Dünne; Hagerkeit
knokigheid	Hagerkeit
magerheid	Dünne; Dürftigkeit; Hagerkeit; Kargheit; Magerkeit; Ärmlichkeit	Magerheit
magerte	Dünne; Dürftigkeit; Hagerkeit; Kargheit; Magerkeit; Ärmlichkeit
schraalheid	Dürftigkeit; Hagerkeit; Kargheit; Magerkeit; Ärmlichkeit	Dürre; Kargheit; Spärlichkeit; Trockenheit; Ärmlichkeit