Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Hanf:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hanf (Duits) in het Nederlands

Hanf:

Hanf

  1. Hanf
    de hennep
    • hennep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hanf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hennep Hanf Gras; Hasch; Haschisch; Kannabis; Marihuana; Stuff

Wiktionary: Hanf

Hanf
noun
  1. Botanik: Gattung der Blütenpflanzen mit handförmigen Blättern und langen, zähen Fasern (Cannabis)
Hanf
noun
  1. plantkunde|nld plant uit de hennepfamilie species|Cannabis sativa van wiens vezels zeer veel produkten kunnen worden vervaardigd o.a. touw, papier, canvas en textiel

Cross Translation:
FromToVia
Hanf hennep cannabis — plant
Hanf hennep hemp — hemp
Hanf hennep cannabis — plante
Hanf hennep chanvreplante herbacée, dioïque, dont les fibres de la tige sont utilisés dans la conception textile et dont les inflorescences ont des propriétés psychoactives.
Hanf kneu linotte — Oiseau

Computer vertaling door derden: