Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Herbst

Vertaal Herbst van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Herbst:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Herbst (Duits) in het Nederlands

Herbst:

Herbst [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Herbst
    de herfst; het najaar
    • herfst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • najaar [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Herbst:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herfst Herbst
najaar Herbst

Synoniemen voor "Herbst":


Wiktionary: Herbst

Herbst
noun
  1. Jahreszeit, die zwischen Sommer und Winter liegt
Herbst
noun
  1. seizoen
  2. herfst
Cross Translation:
FromToVia
• Herbst → herfst; najaar ↔ autumn — season
• Herbst → herfst; najaar ↔ automne — Saison







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0152 seconde
Page rendered in 1.0 seconds