Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Hotelbesitzer

Vertaal Hotelbesitzer van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Hotelbesitzer:
- hoteleigenaar; hotelier; hotelhouder; hotelbezitter; logementhouder

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hotelbesitzer (Duits) in het Nederlands

Hotelbesitzer:

Hotelbesitzer [der ~] zelfstandig naamwoord

der Hotelbesitzer
de hoteleigenaar
- hoteleigenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Hotelbesitzer (Gasthofbesitzer)
de hotelier; de hotelhouder; hotelbezitter
- hotelier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hotelhouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- hotelbezitter [znw.] zelfstandig naamwoord
der Hotelbesitzer (Gasthofbesitzer)
logementhouder
- logementhouder [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hotelbesitzer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hotelbezitter	Gasthofbesitzer; Hotelbesitzer
hoteleigenaar	Hotelbesitzer
hotelhouder	Gasthofbesitzer; Hotelbesitzer
hotelier	Gasthofbesitzer; Hotelbesitzer
logementhouder	Gasthofbesitzer; Hotelbesitzer

Synoniemen voor "Hotelbesitzer":

Hotelier

Computer vertaling door derden: