Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Jucken:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Jucken (Duits) in het Nederlands

Jucken:

Jucken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Jucken
    de jeuk; jeukerigheid; de kriebel
    • jeuk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • jeukerigheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • kriebel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. Jucken (Kitzeln)
    gekietel; het gekriebel

Vertaal Matrix voor Jucken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gekietel Jucken; Kitzeln
gekriebel Jucken; Kitzeln
jeuk Jucken
jeukerigheid Jucken
kriebel Jucken

Synoniemen voor "Jucken":


Wiktionary: Jucken


Cross Translation:
FromToVia
Jucken jeuk itch — a sensation felt on an area of the skin that causes a person or animal to want to scratch