Duits
Uitgebreide vertaling voor Knorren (Duits) in het Nederlands
Knorren:
Vertaal Matrix voor Knorren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hofnar | Alberne; Ast; Geck; Hanswurst; Irrsinnige; Klunker; Knorren; Lackaffe; Narr am Hoff; Pinsel; Quast; Stutzer; Tor; Verrückte | |
knobbel | Knorren | Ader; Begabtheit; Begabung; Beule; Blase; Buckel; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Geschwulst; Händchen; Kapazität; Knoten; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Tumor; Veranlagung |
knoest | Knorren | |
kwast | Knorren | Dandy; Kauz; Narr; Verrückte |
nar | Alberne; Ast; Geck; Hanswurst; Irrsinnige; Klunker; Knorren; Lackaffe; Narr am Hoff; Pinsel; Quast; Stutzer; Tor; Verrückte | Kauz; Narr; Verrückte |