Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Lacher:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lacher (Duits) in het Nederlands

Lacher:

Lacher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Lacher (Gelächter; Lachen; Gekicher; Kichern)
    het gelach
    • gelach [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Lacher
    de lacher
    • lacher [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Lacher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelach Gekicher; Gelächter; Kichern; Lachen; Lacher
lacher Lacher

Synoniemen voor "Lacher":


Computer vertaling door derden: