Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lebensnotwendigkeit (Duits) in het Nederlands

Lebensnotwendigkeit:

Lebensnotwendigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Lebensnotwendigkeit (Lebensbedarf; Lebensbedürfnis; Existenzmittel)
    het levensonderhoud; bestaansmiddel; middel van bestaan
  2. die Lebensnotwendigkeit (Lebensbedarf; Existenzmittel; Lebensbedürfnis)
    de levensbehoefte; levensbenodigdheid

Vertaal Matrix voor Lebensnotwendigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestaansmiddel Existenzmittel; Lebensbedarf; Lebensbedürfnis; Lebensnotwendigkeit
levensbehoefte Existenzmittel; Lebensbedarf; Lebensbedürfnis; Lebensnotwendigkeit
levensbenodigdheid Existenzmittel; Lebensbedarf; Lebensbedürfnis; Lebensnotwendigkeit
levensonderhoud Existenzmittel; Lebensbedarf; Lebensbedürfnis; Lebensnotwendigkeit
middel van bestaan Existenzmittel; Lebensbedarf; Lebensbedürfnis; Lebensnotwendigkeit