Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Nut:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nut (Duits) in het Nederlands

Nut:

Nut [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Nut (Furche; Einschnitt; Rinne; Rille)
    de vore
    • vore [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vore Einschnitt; Furche; Nut; Rille; Rinne

Synoniemen voor "Nut":