Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Nutznießer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nutznießer (Duits) in het Nederlands

Nutznießer:

Nutznießer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Nutznießer (Nießbraucher)
    de vruchtgebruiker

Vertaal Matrix voor Nutznießer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vruchtgebruiker Nießbraucher; Nutznießer

Synoniemen voor "Nutznießer":


Wiktionary: Nutznießer


Cross Translation:
FromToVia
Nutznießer begunstigde beneficiary — one who benefits from the distribution, especially of an estate

Computer vertaling door derden: