Duits
Uitgebreide vertaling voor Offenheit (Duits) in het Nederlands
Offenheit:
-
die Offenheit (Empfänglichkeit; Aufgeschlossenheit)
-
die Offenheit (Geradheit; Aufrichtigkeit; Ehrlichkeit)
-
die Offenheit (Aufrichtigkeit; Gerechtigkeit; Ehrlichkeit; Herzlichkeit; Geradheit; Offenherzigkeit; Wahrheitssinn)
de waarheidszin
Vertaal Matrix voor Offenheit:
Synoniemen voor "Offenheit":
Computer vertaling door derden: