Duits

Uitgebreide vertaling voor Ordenszeichen (Duits) in het Nederlands

Ordenszeichen:

Ordenszeichen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ordenszeichen (Verzierung; Ausschmückung)
    de versiering; de draperie; de tooi; de decoratie; het versiersel; de corsage; de ornamentiek; de opluistering; sierwerk; de decor; de garnering; de opsiering
  2. Ordenszeichen
    het ordeteken

Vertaal Matrix voor Ordenszeichen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corsage Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung
decor Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung Bühnendekor; Dekor
decoratie Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung Ausstattung; Dekoration; Einrichtung; Orden; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen
draperie Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung Draperie; Fenstergardinen; Gardine; Tüll; Umhang; Vorhang; Übergardine
garnering Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung
opluistering Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung
opsiering Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung
ordeteken Ordenszeichen
ornamentiek Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung
sierwerk Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung
tooi Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung
versiering Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung Aufscchmuck; Ausrüstung; Ausschmückung; Ausstaffierung; Ausstattung; Einrichtung; Girlande; Putz; Schmuck; Verzierung; Zierde
versiersel Ausschmückung; Ordenszeichen; Verzierung