Repetieren in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Repetieren:
- herhaling; herhaalde oefening; repetitie; test; proefwerk; toets; generale repetitie; proefopvoering

Duits

Uitgebreide vertaling voor Repetieren (Duits) in het Nederlands

Repetieren (Wiederfolte Übung; Wiederholung)
de herhaling; herhaalde oefening; de repetitie
- herhaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- herhaalde oefening [znw.] zelfstandig naamwoord
- repetitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Repetieren (Erprobung; Prüfung; Test; Examen; Klassenarbeit; Proben; Meisterprüfung; Abgangsprüfung)
de test; het proefwerk; de toets; de repetitie
- test [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- proefwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- toets [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- repetitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
Repetieren (Generalprobe)
generale repetitie; de repetitie; proefopvoering
- generale repetitie [znw.] zelfstandig naamwoord
- repetitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- proefopvoering [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
generale repetitie	Generalprobe; Repetieren
herhaalde oefening	Repetieren; Wiederfolte Übung; Wiederholung
herhaling	Repetieren; Wiederfolte Übung; Wiederholung	Wiederholung; wiederholte Ausstrahlung
proefopvoering	Generalprobe; Repetieren
proefwerk	Abgangsprüfung; Erprobung; Examen; Klassenarbeit; Meisterprüfung; Proben; Prüfung; Repetieren; Test
repetitie	Abgangsprüfung; Erprobung; Examen; Generalprobe; Klassenarbeit; Meisterprüfung; Proben; Prüfung; Repetieren; Test; Wiederfolte Übung; Wiederholung
test	Abgangsprüfung; Erprobung; Examen; Klassenarbeit; Meisterprüfung; Proben; Prüfung; Repetieren; Test	Prüfung; Test
toets	Abgangsprüfung; Erprobung; Examen; Klassenarbeit; Meisterprüfung; Proben; Prüfung; Repetieren; Test	Computertest; Klassenarbeit; Prüfung; Taste; Test
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
test		Test