Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Reserviertheit (Duits) in het Nederlands

Reserviertheit:

Reserviertheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Reserviertheit (Grad der Fähigkeiten; Beherrschung)
    de beheersing; mate van bekwaamheid
  2. die Reserviertheit (Zurückhaltung; Beherrschung; Verschlossenheit)
    de terughoudendheid; de gereserveerdheid

Vertaal Matrix voor Reserviertheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beheersing Beherrschung; Grad der Fähigkeiten; Reserviertheit Beherschung; Kontrolle; Selbstbeherschung
gereserveerdheid Beherrschung; Reserviertheit; Verschlossenheit; Zurückhaltung Kühle; Zurückhaltung
mate van bekwaamheid Beherrschung; Grad der Fähigkeiten; Reserviertheit
terughoudendheid Beherrschung; Reserviertheit; Verschlossenheit; Zurückhaltung

Synoniemen voor "Reserviertheit":