Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Säue (Duits) in het Nederlands

Säue:

Säue [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Säue (Mutterschwein; Sau)
    de zeug; de zeugen
    • zeug [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zeugen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. die Säue (Schweine; Schurken; Schufte; Schelme; Schweinigel)
    de varkens; de smeerlappen; de zwijnen; de schoften; de viezeriken
    • varkens [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • smeerlappen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • zwijnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • schoften [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • viezeriken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  3. die Säue (Schweine)
    viezerikken

Vertaal Matrix voor Säue:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schoften Schelme; Schufte; Schurken; Schweine; Schweinigel; Säue
smeerlappen Schelme; Schufte; Schurken; Schweine; Schweinigel; Säue Scheissleute; Schufte; Schurken; Schweine
varkens Schelme; Schufte; Schurken; Schweine; Schweinigel; Säue Schwein
viezeriken Schelme; Schufte; Schurken; Schweine; Schweinigel; Säue
viezerikken Schweine; Säue
zeug Mutterschwein; Sau; Säue
zeugen Mutterschwein; Sau; Säue
zwijnen Schelme; Schufte; Schurken; Schweine; Schweinigel; Säue
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zwijnen Glück haben