Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Satzgegenstand:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Satzgegenstand (Duits) in het Nederlands

Satzgegenstand:

Satzgegenstand [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Satzgegenstand (Subjekt)
    het onderwerp; onderwerp van een zin

Vertaal Matrix voor Satzgegenstand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderwerp Satzgegenstand; Subjekt Aufgabe; Betreff; Inhalt eines Buches; Motiv; Thema; Thema eines Buches
onderwerp van een zin Satzgegenstand; Subjekt

Synoniemen voor "Satzgegenstand":