Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlägel (Duits) in het Nederlands

Schlägel:

Schlägel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlägel (Fausthammer)
    de vuisthamer
  2. der Schlägel (Schlichthammer)
    de vuisthamers
  3. der Schlägel (Schlichthammer)
    slechthamer
  4. der Schlägel (Schlichthämmer)
    de voorhamers; de mokers; breekhamers
  5. der Schlägel (Flachhammer; Schlichthämmer)
    de vlakhamers; slechthamers

Vertaal Matrix voor Schlägel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breekhamers Schlichthämmer; Schlägel
mokers Schlichthämmer; Schlägel
slechthamer Schlichthammer; Schlägel
slechthamers Flachhammer; Schlichthämmer; Schlägel
vlakhamers Flachhammer; Schlichthämmer; Schlägel
voorhamers Schlichthämmer; Schlägel
vuisthamer Fausthammer; Schlägel
vuisthamers Schlichthammer; Schlägel