Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schulleiter (Duits) in het Nederlands

Schulleiter:

Schulleiter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schulleiter (Schuldirektor; Rektor; Leiter; Schulvorsteher)
    de schooldirecteur; het hoofd; de rector; het schoolhoofd; de hoofdonderwijzer
  2. der Schulleiter (Direktoren; Schulvorsteher)
    de schoolhoofden

Schulleiter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schulleiter (Direktoren; Schulvorsteher)
    de rectors
    • rectors [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Schulleiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoofd Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher Anfang; Anfang einer Brief; Anführer; Boss; Chef; Führer; Gebieter; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Kopf; Kopf des Tisches; Kopfende; Kugel; Leiter; Stammeshäuptling; Titel; Vorgesetzte; Vorstand; Vorsteher; Zwiebel; Überschrift
hoofdonderwijzer Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher
rector Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher
rectors Direktoren; Schulleiter; Schulvorsteher
schooldirecteur Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher
schoolhoofd Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher
schoolhoofden Direktoren; Schulleiter; Schulvorsteher
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoofd hauptsächliche