Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Spötter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spötter (Duits) in het Nederlands

Spötter:

Spötter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spötter (Spottvogel)
    de spotter
    • spotter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Spötter (Spottvogel; Gelbspötter)
    de spotvogel

Spötter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spötter (Spottvögel)
    de spotvogels; de spotters

Vertaal Matrix voor Spötter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spotter Spottvogel; Spötter
spotters Spottvögel; Spötter
spotvogel Gelbspötter; Spottvogel; Spötter
spotvogels Spottvögel; Spötter Spottvögel

Synoniemen voor "Spötter":


Wiktionary: Spötter

Spötter
noun
  1. Zoologie: Vertreter der Vogelgattung Hippolais aus der Familie der Grasmückenartigen

Cross Translation:
FromToVia
Spötter grappenmaker; spotter goguenardmoqueur, railleur.

Computer vertaling door derden: