Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Spielball:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spielball (Duits) in het Nederlands

Spielball:

Spielball [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spielball (Spielzeug)
    de speelbal
    • speelbal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Spielball
    wedstrijdbal
  3. der Spielball (Spielsachen; Spielzeug; Spielwaren; Marionette; Modepuppe)
    het speeltje; speelwaar

Vertaal Matrix voor Spielball:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
speelbal Spielball; Spielzeug
speeltje Marionette; Modepuppe; Spielball; Spielsachen; Spielwaren; Spielzeug
speelwaar Marionette; Modepuppe; Spielball; Spielsachen; Spielwaren; Spielzeug
wedstrijdbal Spielball