Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Spitzname:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spitzname (Duits) in het Nederlands

Spitzname:

Spitzname [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spitzname (Kosename; Scherzname)
    de bijnaam
    • bijnaam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Spitzname (Spottname; Scherzname)
    de spotnaam; spottende naam

Vertaal Matrix voor Spitzname:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijnaam Kosename; Scherzname; Spitzname
spotnaam Scherzname; Spitzname; Spottname
spottende naam Scherzname; Spitzname; Spottname

Wiktionary: Spitzname

Spitzname
noun
  1. Übername, Beiname, den jemand einer vertrauten Person verleiht und der einen positiven (freundlichen, scherzhaften) oder auch negativen (abwertenden, spöttischen) Bedeutungsaspekt enthält
Spitzname
noun
  1. een bijnaam
  2. een breed bekende, niet-officiële naam van een persoon, een groep van personen of een zaak

Cross Translation:
FromToVia
Spitzname bijnaam nickname — familiar, invented given name
Spitzname bijnaam sobriquet — familiar name for a person
Spitzname bijnaam sobriquet — Surnom familier donner par dérision
Spitzname bijnaam surnom — Nom ajouté au nom propre d’une personne