Duits

Uitgebreide vertaling voor Straßenhändler (Duits) in het Nederlands

Straßenhändler:

Straßenhändler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Straßenhändler (Händler; Kaufmann; Handelsmann; )
    de handelaar; de koopman; de handelsman
  2. der Straßenhändler (Kolporteur)
    de straatverkoper; de straathandelaar
  3. der Straßenhändler (Hausierer; Kolporteur)
    de venter; de colporteur
    • venter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • colporteur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. der Straßenhändler (Handelsmann; Händler; Kaufmann; Hausierer)
    de venter; de marskramer
    • venter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • marskramer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. der Straßenhändler (Hausierer)
    de scharrelaar
  6. der Straßenhändler
    de straatverkoper; de straatventer
  7. der Straßenhändler
    de venters; de straatventers

Straßenhändler [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Straßenhändler
    de straathandelaren

Vertaal Matrix voor Straßenhändler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colporteur Hausierer; Kolporteur; Straßenhändler Akquisiteur; Kolporteur
handelaar Geschäftsinhaber; Geschäftsmann; Geschäftsmänner; Gewerbetreibende; Handelsmann; Handelsmänner; Händler; Kaufmann; Straßenhändler; Unternehmer Händler
handelsman Geschäftsinhaber; Geschäftsmann; Geschäftsmänner; Gewerbetreibende; Handelsmann; Handelsmänner; Händler; Kaufmann; Straßenhändler; Unternehmer Handelsmann; Händler; Unternehmer; selbständige Unternehmer
koopman Geschäftsinhaber; Geschäftsmann; Geschäftsmänner; Gewerbetreibende; Handelsmann; Handelsmänner; Händler; Kaufmann; Straßenhändler; Unternehmer
marskramer Handelsmann; Hausierer; Händler; Kaufmann; Straßenhändler
scharrelaar Hausierer; Straßenhändler
straathandelaar Kolporteur; Straßenhändler
straathandelaren Straßenhändler
straatventer Straßenhändler
straatventers Straßenhändler
straatverkoper Kolporteur; Straßenhändler
venter Handelsmann; Hausierer; Händler; Kaufmann; Kolporteur; Straßenhändler
venters Straßenhändler