Duits

Uitgebreide vertaling voor Strahler (Duits) in het Nederlands

Strahler:

Strahler [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Strahler (Scheinwerfer; Spott; Suchscheinwerfer)
    de schijnwerper; sterke lamp
  2. der Strahler
    straler
    • straler [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. der Strahler
    stralers
  4. der Strahler (Suchscheinwerfer; Scheinwerfer; Spott)
    het spotlight; het zoeklicht
  5. der Strahler (Strahlofen)
    de straalkachel
  6. der Strahler (Strahlöfen)
    de straalkachels

Vertaal Matrix voor Strahler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schijnwerper Scheinwerfer; Spott; Strahler; Suchscheinwerfer
spotlight Scheinwerfer; Spott; Strahler; Suchscheinwerfer
sterke lamp Scheinwerfer; Spott; Strahler; Suchscheinwerfer
straalkachel Strahler; Strahlofen
straalkachels Strahler; Strahlöfen
straler Strahler
stralers Strahler
zoeklicht Scheinwerfer; Spott; Strahler; Suchscheinwerfer