Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Tank:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tank (Duits) in het Nederlands

Tank:

Tank [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Tank (Regentonne; Wasserreservoir)
    de regenbak; de regenton
    • regenbak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • regenton [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Tank (Wasserreservoir)
    de stortbak
    • stortbak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tank:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regenbak Regentonne; Tank; Wasserreservoir Regentonne; Wasserbehälter; Wasserreservoir; Wassertank
regenton Regentonne; Tank; Wasserreservoir
stortbak Tank; Wasserreservoir

Synoniemen voor "Tank":


Wiktionary: Tank


Cross Translation:
FromToVia
Tank vat; tank tank — closed container
Tank reservoir; waterbak; waterbekken; waterreservoir; tank; watertank; bak; vergaarbak citerneréservoir souterrain ou non, destiné à recevoir et garder l’eau pluviale.