Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Tarif:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tarif (Duits) in het Nederlands

Tarif:

Tarif [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Tarif (Zoll)
    het tarief
    • tarief [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tarif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tarief Tarif; Zoll

Synoniemen voor "Tarif":


Wiktionary: Tarif

Tarif
noun
  1. een vastgesteld bedrag per eenheid