Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Techniker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Techniker (Duits) in het Nederlands

Techniker:

Techniker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Techniker
    de technicus; technisch deskundige
  2. der Techniker (Technikfanatiker)
    de techneut
    • techneut [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Techniker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
techneut Techniker; Technikfanatiker
technicus Techniker
technisch deskundige Techniker

Wiktionary: Techniker

Techniker
noun
  1. iemand die techniek toepast

Cross Translation:
FromToVia
Techniker technicus; technieker technician — occupation