Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Totschläger:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Totschläger (Duits) in het Nederlands

Totschläger:

Totschläger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Totschläger (Mörder)
    de moordenaar
  2. der Totschläger (Knüppel; Knute; Keule)
    de ploertendoder; de knuppel; de knots

Vertaal Matrix voor Totschläger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knots Keule; Knute; Knüppel; Totschläger
knuppel Keule; Knute; Knüppel; Totschläger Knüppel
moordenaar Mörder; Totschläger
ploertendoder Keule; Knute; Knüppel; Totschläger
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knots bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dämlich; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; närrisch; plemplem; unsinnig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; übergeschnappt

Synoniemen voor "Totschläger":


Wiktionary: Totschläger


Cross Translation:
FromToVia
Totschläger doder killer — person who kills