Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Unbestimmtheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Unbestimmtheit (Duits) in het Nederlands

Unbestimmtheit:

Unbestimmtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Unbestimmtheit (unbestimmtes Gefühl; Verschwommenheit; Ungewißheit)
    de vaagheid; onbestemd gevoel
  2. die Unbestimmtheit (Ungewißheit)
    onbestembaarheid

Vertaal Matrix voor Unbestimmtheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbestembaarheid Unbestimmtheit; Ungewißheit
onbestemd gevoel Unbestimmtheit; Ungewißheit; Verschwommenheit; unbestimmtes Gefühl
vaagheid Unbestimmtheit; Ungewißheit; Verschwommenheit; unbestimmtes Gefühl

Synoniemen voor "Unbestimmtheit":

  • Undurchschaubarkeit; Ungenauigkeit; Unklarheit; Unübersichtlichkeit