Duits

Uitgebreide vertaling voor Unordentlichkeit (Duits) in het Nederlands

Unordentlichkeit:

Unordentlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Unordentlichkeit (Nachlässigkeit; Übel; Unordnung; Schlamperei)
    de wanordelijkheid; de slordigheid
  2. die Unordentlichkeit (Unregelmäßigkeit; Unordnung; Regellosigkeit)
    de onregelmatigheid; het onregelmatig-zijn
  3. die Unordentlichkeit (Unregelmäßigkeit; Unordnung; Ausschreitung; Regellosigkeit)
    de ongeregeldheid
  4. die Unordentlichkeit (Unordnung)
    de ordeloosheid

Vertaal Matrix voor Unordentlichkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
het onregelmatig-zijn Regellosigkeit; Unordentlichkeit; Unordnung; Unregelmäßigkeit
ongeregeldheid Ausschreitung; Regellosigkeit; Unordentlichkeit; Unordnung; Unregelmäßigkeit
onregelmatigheid Regellosigkeit; Unordentlichkeit; Unordnung; Unregelmäßigkeit
ordeloosheid Unordentlichkeit; Unordnung
slordigheid Nachlässigkeit; Schlamperei; Unordentlichkeit; Unordnung; Übel
wanordelijkheid Nachlässigkeit; Schlamperei; Unordentlichkeit; Unordnung; Übel Chaos; Durcheinander; Gewirr; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr

Computer vertaling door derden: