Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Verbraucher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verbraucher (Duits) in het Nederlands

Verbraucher:

Verbraucher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Verbraucher (Konsument; Benutzer)
    de consument; de gebruiker; de verbruiker
  2. der Verbraucher
    de consument

Vertaal Matrix voor Verbraucher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consument Benutzer; Konsument; Verbraucher Consumer; Heimanwender
gebruiker Benutzer; Konsument; Verbraucher Benutzer; Drogenabhängiger; Drogenbenutzer; Drogensüchtige
verbruiker Benutzer; Konsument; Verbraucher

Synoniemen voor "Verbraucher":


Wiktionary: Verbraucher


Cross Translation:
FromToVia
Verbraucher consument; verbruiker consumer — person purchasing goods
Verbraucher gebruiker; gebruikster user — one who uses something, a consumer