Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Verwandtschaft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Verwandtschaft (Duits) in het Nederlands

Verwandtschaft:

Verwandtschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verwandtschaft (Familie; Sippe; Sippschaft; Dynastie)
    de familie; het gezin; het huisgezin
    • familie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gezin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • huisgezin [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Verwandtschaft (Ähnlichkeit; Gleichnis; Übereinstimmung; Gleichförmigkeit; Ebenbild)
    de overeenkomst; de gelijkenis
  3. die Verwandtschaft
    de familie
    – alle bloedverwanten samen: vader, moeder, etc. 1
    • familie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • wij vormen een hechte familie1
  4. die Verwandtschaft
    de verwantschap

Vertaal Matrix voor Verwandtschaft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
familie Dynastie; Familie; Sippe; Sippschaft; Verwandtschaft Stammhaus
gelijkenis Ebenbild; Gleichförmigkeit; Gleichnis; Verwandtschaft; Ähnlichkeit; Übereinstimmung
gezin Dynastie; Familie; Sippe; Sippschaft; Verwandtschaft Familie
huisgezin Dynastie; Familie; Sippe; Sippschaft; Verwandtschaft
overeenkomst Ebenbild; Gleichförmigkeit; Gleichnis; Verwandtschaft; Ähnlichkeit; Übereinstimmung Abmachung; Bestimmung; Ehe; Einigung; Gemeinsamkeit; Gemeinschaftlichkeit; Gleichförmigkeit; Regeln; Regelung; Regulierung; Vereinbarung; Vergleich; Vertrag; Ähnlichkeit; Übereinstimmung
verwantschap Verwandtschaft Gemeinschaft; Schicksalsverbundenheit; Stammverwandtschaft; Verband; Verbindung; Verbundenheit; Zusammenhang

Synoniemen voor "Verwandtschaft":


Wiktionary: Verwandtschaft

Verwandtschaft
noun
  1. die Tatsache, miteinander verwandt zu sein

Cross Translation:
FromToVia
Verwandtschaft verwanten kin — relatives collectively
Verwandtschaft verwantschap kinship — relation or connection by blood, marriage or adoption
Verwandtschaft verwantschap relationship — connection or association
Verwandtschaft verwantschap affiliation — Action d’affilier, de s’affilier à une compagnie, à une corporation, à une communauté.
Verwandtschaft maagschap parentèle — (vieilli) ensemble des personnes qui ont un lien de parenté entre elles.

Computer vertaling door derden: