Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Vorarbeiter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Vorarbeiter (Duits) in het Nederlands

Vorarbeiter:

Vorarbeiter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Vorarbeiter (Werkmeister; Kolonnenführer; Schachtmeister; )
    de ploegbaas; de voorman; de werkmeester
  2. der Vorarbeiter (Vormann; Obergehilfe; Anführer; Gruppenleiter; Vordermann)
    de meesterknecht
  3. der Vorarbeiter (Obergehilfe; Anführer; Vordermann; )
    de voorwerker
  4. der Vorarbeiter (Gruppenleiter; Vormann)
    de groepsleider

Vertaal Matrix voor Vorarbeiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groepsleider Gruppenleiter; Vorarbeiter; Vormann
meesterknecht Anführer; Gruppenleiter; Obergehilfe; Vorarbeiter; Vordermann; Vormann
ploegbaas Hüttenmeister; Kolonnenführer; Meister; Partieführer; Polier; Schachtmeister; Sägemeister; Vorarbeiter; Werkmeister
voorman Hüttenmeister; Kolonnenführer; Meister; Partieführer; Polier; Schachtmeister; Sägemeister; Vorarbeiter; Werkmeister Boss; Chef; Hauptmann; Leiter; Vormann
voorwerker Anführer; Gruppenleiter; Haupt; Häupter; Obergehilfe; Obergeselle; Vorarbeiter; Vordermann; Vormann
werkmeester Hüttenmeister; Kolonnenführer; Meister; Partieführer; Polier; Schachtmeister; Sägemeister; Vorarbeiter; Werkmeister

Synoniemen voor "Vorarbeiter":


Wiktionary: Vorarbeiter

Vorarbeiter