Duits
Uitgebreide vertaling voor Währungseinheit (Duits) in het Nederlands
Währungseinheit:
-
die Währungseinheit
-
die Währungseinheit (Münzsorte; Valuta; Währung; Geldwährung; Geldsorte; Geldsorten)
de munteenheid -
die Währungseinheit (Geldsorte; Valuta; Währung; Münzsorte; Geldwährung; Geldsorten)
-
die Währungseinheit (Wechselkurs; Währung; Umrechnungskurs; Kurs; Valuta; Geldwährung; Geldsorte; Wechselgebühr; Geldkurs; Münzsorte; Geldsorten)
Vertaal Matrix voor Währungseinheit:
Synoniemen voor "Währungseinheit":
Computer vertaling door derden: