Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Würze (Duits) in het Nederlands

Würze:

Würze [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Würze (Kräuter)
    de kruiden; de specerijen; de smaakstoffen
  2. die Würze (Gewürz)
    de specerij; het kruid; de kruiderij
    • specerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kruid [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kruiderij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. die Würze (Marinade; Aroma; Erzeugung; )
    de marinade; de toebereiding
  4. die Würze
    de kruiderij

Vertaal Matrix voor Würze:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kruid Gewürz; Würze
kruiden Kräuter; Würze Aroma
kruiderij Gewürz; Würze Aroma
marinade Anfertigung; Aroma; Erzeugung; Marinade; Verfertigung; Vorbereitung; Würze
smaakstoffen Kräuter; Würze
specerij Gewürz; Würze
specerijen Kräuter; Würze
toebereiding Anfertigung; Aroma; Erzeugung; Marinade; Verfertigung; Vorbereitung; Würze Anfertigung; Erzeugung; Verfertigung; Vorbereitung; Zubereitung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kruiden würzen

Synoniemen voor "Würze":


Wiktionary: Würze


Cross Translation:
FromToVia
Würze kruid; smaakmaker; smaakversterker condiment — something used to enhance flavor
Würze kruid; specerij spice — plant matter used to season or flavour food
Würze kruiderij; specerij; kruid épice — Condiment aromatique