Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Zubereiten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zubereiten (Duits) in het Nederlands

Zubereiten:

Zubereiten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zubereiten
    bereiden; klaarmaken
  2. Zubereiten
    toebereiden

Vertaal Matrix voor Zubereiten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bereiden Zubereiten Anfertigung; Erzeugung; Verfertigung; Vorbereitung; Zubereitung
klaarmaken Zubereiten
toebereiden Zubereiten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bereiden kochen; zubereiten
klaarmaken abmachen; erledigen; fertig bringen; kochen; vorbereiten; zubereiten
toebereiden einlegen; kochen; konservieren; marinieren; zubereiten

Verwante vertalingen van Zubereiten