Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Zuteilung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zuteilung (Duits) in het Nederlands

Zuteilung:

Zuteilung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Zuteilung (Zuerkennung)
    de toewijzingen
  2. die Zuteilung (Rationierung; Distribution; Verteilung; Zwangsbewirtschaftung; Güterverteilung)
    de distributie; de rantsoenering
  3. die Zuteilung
    de bestemming
  4. die Zuteilung
    de toewijzing

Vertaal Matrix voor Zuteilung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestemming Zuteilung Adressat; Bestimmung; Empfänger; Entgültiges Ziel; Geschick; Los; Los des Lebens; Reisebestimmung; Reiseziel; Schicksal; Verkehrsraum; Ziel; Zielbahnhof
distributie Distribution; Güterverteilung; Rationierung; Verteilung; Zuteilung; Zwangsbewirtschaftung Verteilung; Vertriebsstelle; Zuteilungsstelle
rantsoenering Distribution; Güterverteilung; Rationierung; Verteilung; Zuteilung; Zwangsbewirtschaftung
toewijzing Zuteilung Arbeitsauftrag; Belegung; Karte; Speicherbelegung; Struktur; Zuordnung; Zuweisung
toewijzingen Zuerkennung; Zuteilung

Synoniemen voor "Zuteilung":


Wiktionary: Zuteilung


Cross Translation:
FromToVia
Zuteilung allocatie; toewijzing allocation — The process or procedure for allocating things, especially money or other resources.