Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. abständlich:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abständlich (Duits) in het Nederlands

abständlich:

abständlich bijvoeglijk naamwoord

  1. abständlich (zurückhaltend; kühl)
    mat; niet uitbundig

Vertaal Matrix voor abständlich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat Fußmatte; Matte; Rasendecke; Setdeckchen; Unterlage; Untersetzer; Vorleger
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat abständlich; kühl; zurückhaltend beschlagen; betäubt; bleich; blind; dumpf; dumpfig; duselig; dösig; farblos; flau; freudlos; glanzlos; grau; hohl; lahm; lustlos; matt; mattiert; nicht hell; schlaff; schlapp; schwach; stumpf; stumpfsinnig; träge; trüb; trübe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niet uitbundig abständlich; kühl; zurückhaltend