Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. altertümlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor altertümlich (Duits) in het Nederlands

altertümlich:

altertümlich bijvoeglijk naamwoord

  1. altertümlich (antik)
    oude
    • oude bijvoeglijk naamwoord
  2. altertümlich (antik)
    antiek; oud; ouderwets
  3. altertümlich (altmodisch; unmodern)
    ouderwetse
  4. altertümlich (altmodisch; veraltet; unmodern; altväterisch)
    verouderd; ouderwets; onmodern
  5. altertümlich (altväterisch; altmodisch; unmodern)
    voorvaderlijk

Vertaal Matrix voor altertümlich:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antiek Antiquitäten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antiek altertümlich; antik
oud altertümlich; antik abgelebt; abgenutzt; alt; schal; veraltet; verschlissen
ouderwets altertümlich; altmodisch; altväterisch; antik; unmodern; veraltet
verouderd altertümlich; altmodisch; altväterisch; unmodern; veraltet Vorversion-
voorvaderlijk altertümlich; altmodisch; altväterisch; unmodern
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onmodern altertümlich; altmodisch; altväterisch; unmodern; veraltet
oude altertümlich; antik
ouderwetse altertümlich; altmodisch; unmodern

Synoniemen voor "altertümlich":


Wiktionary: altertümlich


Cross Translation:
FromToVia
altertümlich aloud; antiek; ouderwets antiqueexister dans l’antiquité.

Computer vertaling door derden: