Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anrumpeln:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anrumpeln (Duits) in het Nederlands

anrumpeln:

anrumpeln werkwoord

  1. anrumpeln (ansprechen; anhauen)
    aanschieten
    • aanschieten werkwoord (schiet aan, schoot aan, schoten aan, aangeschoten)

Vertaal Matrix voor anrumpeln:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanschieten anhauen; anrumpeln; ansprechen