Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. anwesend sein:


Duits

Uitgebreide vertaling voor anwesend sein (Duits) in het Nederlands

anwesend sein:

anwesend sein werkwoord

  1. anwesend sein (beiwohnen)
    bijwonen; aanwezig zijn
    • bijwonen werkwoord (woon bij, woont bij, woonde bij, woonden bij, bijgewoond)
    • aanwezig zijn werkwoord (ben aanwezig, bent aanwezig, is aanwezig, was aanwezig, waren aanwezig, aanwezig geweest)

Vertaal Matrix voor anwesend sein:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwezig zijn anwesend sein; beiwohnen dasein; existieren; vorliegen
bijwonen anwesend sein; beiwohnen

Verwante vertalingen van anwesend sein