Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. arbeitsscheu:


Duits

Uitgebreide vertaling voor arbeitsscheu (Duits) in het Nederlands

arbeitsscheu:

arbeitsscheu bijvoeglijk naamwoord

  1. arbeitsscheu (nichts tund; faul; untätig; arbeitslos)
    lui; niets doend
  2. arbeitsscheu
    lui; werkschuw; traag
    • lui bijvoeglijk naamwoord
    • werkschuw bijvoeglijk naamwoord
    • traag bijvoeglijk naamwoord
  3. arbeitsscheu (müde; faul; langsam; )
    lijzig; loom; log
    • lijzig bijvoeglijk naamwoord
    • loom bijvoeglijk naamwoord
    • log bijvoeglijk naamwoord

arbeitsscheu [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die arbeitsscheu
    arbeidsschuw

Vertaal Matrix voor arbeitsscheu:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbeidsschuw arbeitsscheu
lui Leute
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lijzig arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig
log arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig grob; plump; pummelig
loom arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig
lui arbeitslos; arbeitsscheu; faul; nichts tund; untätig
traag arbeitsscheu langsam; schleppend; schwerfällig; träge; trödelig; unentschlossen; unschlüssig; zauderhaft; zögernd
werkschuw arbeitsscheu
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niets doend arbeitslos; arbeitsscheu; faul; nichts tund; untätig

Computer vertaling door derden: